Text

Publicaties

Jean van Wijk,  2008, Philip Peters, ‘Heden’ Den Haag, ISBN 978-90-78203-11-7

Common Ground   2013, Andrew Payne, Lethbridge, Canada,  ISBN 978-1-894699-56-3

hortus conclusus
omsloten stuk grond, architectuur zonder tectum
men kijkt van daar de vrije hemelruimte in
ook is er  nu de technische blik die vanuit het luchtruim op de aarde gericht is
afstandelijk en zonder ethiek;
de wereld een tuinobject, elk ‘buiten’ openbaar
ik stel me dan een stuk hemel voor als nieuwe omsloten tuin
hortus inversus als een omwande vrijplaats in het luchtruim
niet toegankelijk voor vliegmachines en chemicaliën
alleen voor fantasmes, zoals het oude idee van de zuivere paradijshemel
alsof de kleur wit opnieuw werd ontdekt

Wanneer ik architectuur, het huis, de kamer, opvat als een geconstrueerde, zichtbare binnenruimte, die zijn analogie kent met, en veelal expressie is van de niet-zichtbare binnenruimte van het organisch menselijk lichaam, is er dan voor de omsloten tuin, die voor het huis een buiten en voor de buitenwereld een binnen is, ook een analogie te denken die bij het lichaam hoort? Bestaat er voor de ervaring van het lichaam een soort beschermde buitenruimte, die toch de vrije ruimte niet buitensluit? Om de voorlopige onmogelijkheid van de vraag recht te doen verander ik de tuin in een verwant object: een omsloten hemeltuin of een hortus inversus.   Die zich als vrijplaats onderscheidt van het huis, de kamer, de cella, het lichaam, de tuin. Omkering  of afspiegeling daarvan in gebied dat we tot vorige eeuw ons voorstelden als onaanraakbaar, onbetreedbaar. De notie van een transcendente hiërarchie van plaatsen lost op in een hiërarchie van mensgemaakte decors

Op dit artikel kan niet (meer) gereageerd worden.